Slecht slapen kan veel oorzaken hebben. Als slapeloosheid kort duurt maar niet wordt behandeld, kan het chronisch worden (40% kans). Dan gaat het vaak niet meer over de oorspronkelijke oorzaak maar het nachtelijke gevecht om zoveel mogelijk te slapen. Dat kan dan weer leiden tot verkeerd slaapgedrag, door bijvoorbeeld lang in bed te blijven liggen, of een slaapmiddel of alcohol te gebruiken, wat het probleem meestal alleen maar groter maakt.
Slaaponderzoeker Merijn van de Laar was ergens in de zomer van 2007 net begonnen met zijn baan bij het Kempenhaeghe Centrum voor Slaapgeneeskunde. Daar hoorde hij dat de kwaliteit van de slaap veel belangrijker is dan de duur van de slaap. Slaapt iemand bijvoorbeeld zes uur, dan moet hij of zij ook maar zes uur in bed liggen, en daarna meteen opstaan. Hierdoor voer je je biologische slaapdruk op, wat te maken heeft met het stofje adenosine in het brein.
Hij heeft er zelf baat van gehad, maar ook zijn patiënten: bij tachtig procent van de mensen verbetert de slaap, na een paar weken toepassen en zelfs bij personen die al twintig jaar last hadden van slapeloosheid.
In het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist een belangrijk inzicht dat Merijn van de Laar, slaapwetenschapper bij de Universiteit Maastricht, heeft opgedaan, dat hebben we voor je samengevat, maar het hele verhaal lees je hier.